4 Bechen met reiskriebels

Hoe overleef ik Zuid Afrika - deel 7 Byebye Swaziland

De pechdag van Lyor zette zich vannacht door. Met een enorme bons viel hij uit zijn bed, bijna twee meterlager kwam hij op de grond terecht. De hele camper stond te schudden en te gillen. Wonder boven wonder heeft hij er alleen een buil en een schram aan over gehouden.

Om ons Swazi-geld op te maken doen we voor de grens nog even boodschappen in Swaziland alvorens we de grens naar Zuid Afrika oversteken. Isabelle en Lyor zoeken de lekkerste lollies uit bij een marktkraampje.

Deweg naar Hluhluwe (tsjoe tsjoe wie) gaat over mooie bergen en langs vrolijke, zwaaiende mensen. In dit deel zijn nauwelijks auto's te zien, laat staan brommers of fietsen. Iedereen loopt of gaat met de bus.

Bij de grens maken we opnieuw een staaltje apartheid mee. Wij staan keurig in de rij te wachten tot we aan de beurt zijn. Dan stopt er een auto vol blanke Afrikanen. Moeder stapt uit, loopt met een stapel passen langs de rij zo naar de douanebeambte toe. Gooit de passen neer en de beambte pakt ze direct op, stempelt ze af en geeft ze aan haar terug. De zwarten in de rij zeggen niets en kijken alleen maar toe. De blanke dame pakt de passen aan en loopt weer weg. Binnen een minuut kan zij de grens passeren. Alle anderen doen daar minimaal een uur over. De beambte merkt ons in de rij op en wenkt ons, we mogen voor. 'Nee' schudden wij, we wachten op onze beurt. Vol ongeloof kijken alle zwarte mensen om ons heen ons aan. Daarna breekt er een lach door. Wij komen zeker niet uit Zuid Afrika? Zeker uit Europa?

We rijden door en komen in de zengende hitte aan bij een klein dorpje. Hier moet ergens onze volgende camping zijn. We vinden met veel moeite de weg. Geen asfalt en dat voor de komende 20 kilometer niet. Als we eindelijk bij de 'camp' aan komen zit het hek op slot. We bellen aan. Via een intercom zegt een stem ons dat we het hek open kunnen maken en dat we het weer zorgvuldig achter ons moeten afsluiten. Binnen het hek moeten we de weg volgen, dan komen we vanzelf bij haar huis. We doen het en rijden het hek binnen. Na 20 minuten over een zandweg te hebben gereden zien we inderdaad een huis. De eigenaresse verwelkomt ons met haar kinderen. Hoe moeten die hier ooit naar school? In de verste verte is hier geen huis, dorp of school te vinden!

We mogen een plek uitzoeken, we zijn vandaag de enige gasten. De campground bestaat uit een bos met af en toe een sanitair gebouw. We kiezen een plek vlakbij het sanitair en redelijk dicht bij het zwembad. Wat een natuur (groen) om ons heen, en wat een rust. Heel veel rust. In de nacht vind ik het toch wat té rustig. Echt in the middle of nowhere. Zelfs het huis van de eigenaresse ligt op ruim een kilometer.

In het zwembadje springt Lyor dat het een lieve lust is. Telkens maar weer opnieuw om te kijken hoe ver hij kan komen. Samen met het zoontje van de eigenaresse. Jammer dat hondje Zero (van het jochie)er telkens bij komt springen. Isabelle werpt zich op als dierenverzorger door een vlinder uit het zwembad te redden en daarna zorgvuldig droogblazen en neerzetten op een veilige plek. O, wat is het hier toch heerlijk. Geen mensen, geen lawaai, geen computers, geen telefoon, lekker niets.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!